Michael van Oostende (Amsterdam, 1961) maakte zijn eerste foto op zijn zesentwintigste, nadat hij van een collega taxichauffeur een doka uitrusting overnam.
“De wil om een mooie plaat te maken moet sterker zijn dan de angst om hem te maken.”
Van Oostende werd geboren in de Rustenburgerstraat in de Pijp, maar groeide op in Slotermeer. Hij deed de IVKO, werkte tien jaar als taxichauffeur en werd verliefd op Amsterdam, die prachtige stad met haar kleurrijke mensen.
Een liefde die terug is te zien in zijn werk. Ondanks dat, of misschien juist doordat, hij een psychosegevoeligheid heeft, kiest hij er steeds opnieuw voor de straat op te gaan, waar het leven zich voor zijn camera afspeelt.
Zijn camera is zijn ‘alibi’ om naar buiten te gaan. Het maken van een foto vraagt om geduld, wat helpt om te kunnen observeren en dat geeft rust. Magisch is het moment waarop de foto gemaakt wordt, een moment van perfectie dat wordt vastgelegd op de sensor. Eenzaamheid, romantiek, een spel van licht en schaduw, je ziet het terug in zwart-wit, met altijd de stad Amsterdam als décor.
https://www.youtube.com/watch?v=dn3AArcdPz0